Voorzorgcirkels in Oost Brabant

27-11-2023 0 reacties

Henk Geene is de bedenker van de Voorzorgcirkel. Hij publiceert regelmatig over Vergrijzing en Ouderenzorg. Voor hem is actieve deelname van ouderen in de zorg  voor ouderen een belangrijke sleutel voor de oplossing. Voor NLZVE schrijft hij in de komende maanden een aantal blogs op persoonlijke titel.

In Oost Brabant ontwikkelen we momenteel langs drie wegen voorzorgcirkels:

  • In huurappartementen van de woningcorporatie
  • na indicatiestelling door de thuiszorgorganisatie
  • in wijken en dorpen

Voorzorgcirkels in huurappartementen van de woningcorporatie

In de huurappartementen van woningcorporaties in Nederland woont 20 á 25% van de ouderen. Lukt het hier om voorzorgcirkels te ontwikkelen, dan bedien je een substantieel deel van de ouderen in Nederland. Een tweede reden om hier te starten, ligt in het gegeven van de nabijheid: in  huurappartementen wonen de ouderen dicht bij elkaar. Het uitgangspunt is dat de leden van een voorzorgcirkel op loop- en fietsafstand van elkaar wonen. Zeker gezien het gegeven dat nu en in de nabije toekomst nagenoeg alle mensen tot het einde van hun leven thuis blijven wonen, is nabijheid een vereiste. Het grootste deel van de dagelijkse, niet fysieke zorg aan thuiswonende, zorgafhankelijk ouderen, zal geleverd (gaan) worden door gezonde, vitale ouderen. Dicht bij elkaar wonen, is dan wel zo handig.

Als we de voorzorgcirkels gaan ontwikkelen in huurappartementen, nemen allereerst contact op met de bewonerscommissie. We leggen de problematiek uit die de vergrijzing van onze maatschappij met zich meebrengt en motiveren de bewonerscommissie om samen met ons  de uitnodigingsbrief te schrijven aan de bewoners. In de uitnodigingsbrief wordt het probleem van de vergrijzing uitgelegd en de bewoners wordt gevraagd hierover met elkaar in gesprek te gaan.

Een belangrijk onderdeel van de bijeenkomst is de opgestelde vragenlijst, met behulp waarvan we inventariseren of de oudere een netwerk om zich heeft gebouwd. Verder inventariseren we welke hulp de gezonde, vitale oudere kan/wil bieden en wat de hulpvragen zijn. We zien dat op het moment dat we de ingevulde vragenlijsten met elkaar doornemen, spontaan hulpaanbod en hulpvraag aan elkaar gekoppeld worden. Onze ervaring is dat 3 bijeenkomsten met bewoners van de corporatiewoningen, voldoende zijn om tot een voorzorgcirkel te komen.

Voorzorgcirkels na indicatie door de thuiszorgorganisatie

De aanpak bij de thuiszorgorganisatie is weer van een heel andere aard. We gebruiken het moment van ‘indicatiestelling thuiszorg’, om in gesprek te komen met de oudere en zijn omgeving over de noodzaak van het ontwikkelen van een hulp- en steunstructuur. We kiezen voor dit moment omdat er sprake is van een urgentiebeleving, als de nood zo hoog is dat een indicatie thuiszorg geëigend is. De wijkverpleegkundige die de indicatie stelt, legt uit dat de thuiszorg alleen de fysieke zorg kan bieden en dat de overige hulp en steun vanuit een op te zetten netwerk geleverd zal moeten worden. Zowel de betrokkene zelf als zijn/haar directe omgeving, zien de noodzaak van een hulp- en steunstructuur dan wel in. Dit is een essentieel verschil met de andere twee routes waarlangs voorzorgcirkels worden ontwikkeld. Daar is de urgentiebeleving in veel mindere mate aanwezig.

Door een van de wijkverpleegkundigen van de thuiszorgorganisatie, die meedoet aan de pilots, is inmiddels een voorzorgcirkelspel ontwikkeld. Het spel is een rond bord met drie cirkels. Deze cirkels zijn weer onderverdeeld in verschillende vakken zoals, familie, buurt, vrijwilligers, kennissen en vrienden. De buitenste cirkel betreft mensen die verder weg wonen en niet dagelijks langs kunnen komen. De middelste cirkel is voor mensen die wat dichterbij wonen en de binnenste kring is voor mensen die dicht bij de cliënt  staan en ook gemakkelijk bij de cliënt  op bezoek kunnen komen. Op deze manier kan snel inzichtelijk gemaakt worden hoe bij  de cliënt de situatie er uit ziet en hoe  deze zelf een voorzorgcirkel kan creëren.

Voorzorgcirkels in wijken en dorpen

Bij deze derde route spelen de ouderenorganisaties zoals die van de KBO (Katholieke Bond voor Ouderen) een belangrijke rol. De lokale ouderenorganisaties organiseren bijeenkomsten met als doel om ouderen er bewust van te maken dat de vergrijzing zo massaal is, dat er onvoldoende zorgpersoneel is voor alle hulpvragen. Met andere woorden: de ouderen zelf zijn aan zet. Met name de gezonde, vitale ouderen zullen de hand moeten reiken aan de zorgafhankelijke ouderen. Vóór de pauze wordt de problematiek van de vergrijzing uitgelegd en na de pauze gaat men in groepjes overleggen over de voorzorgcirkels. De ouderen zitten dan per straat of een groepje straten bij elkaar.

Een probleem bij deze benaderingswijze, vergeleken met de benaderingswijze in het geval van de huurappartementen, is het ontbreken van voldoende sociale cohesie in de wijken. Vergeleken met de individuele aanpak vanuit de indicatiestelling thuiszorg, is het urgentiebesef bij veel ouderen bij deze derde route, nog onvoldoende  aanwezig. Op dit moment hebben de meeste 75-plussers nog een attitude van: ‘Ik ben nu nog gezond, er is nu nog niets aan de hand’. De meeste komen pas in actie als zich een concreet probleem aan dient, al zie ik sinds kort een lichte verschuiving in de richting van voorzichtig  voorsorteren op het ouder worden.

Over ons

Nederland Zorgt Voor Elkaar is het landelijk netwerk van bewonersinitiatieven in welzijn, zorg en wonen.

Meer informatie

Contact

ondersteuningsteam@nlzve.nl 
0800-8010 (werkdagen 09.00-17.00 uur)


 

 

Cookie-instellingen