Teruggerekend naar 2020 gaat de vergrijzing tot 2040 nog verdubbelen. Een verdubbeling van het aantal ouderen, betekent ook een verdubbeling van het aantal zorgafhankelijke ouderen. Normaal gesproken zou dit ook een verdubbeling van het aantal thuiszorgmedewerkers moeten inhouden om al het extra werk te verrichten. Déze verdubbeling zal echter niet plaats vinden. Integendeel. Onlangs heeft onze regering besloten dat het aantal werkenden in de zorg niet meer mag toenemen. Nu werken 1 op de 6 werkenden in Nederland in de zorg. Daar blijft het bij de komende jaren.
Het is goed om ons te realiseren dat onder de verpleegkundigen het ziekenhuis veel populairder is dan de thuiszorg. Dat is uit onderzoek gebleken. Met andere woorden: het slot op de zorg wat betreft de personele ruimte, zal vooral de thuiszorg treffen. De vraag is nu waar we vrijwilligers vinden die in de thuiszorg willen investeren in de vorm van hulp en steun bieden. We weten dat allerlei clubs, stichtingen en verenigingen naarstig op zoek zijn naar vrijwilligers. Iedereen vist uit dezelfde vijver en daar is nu al sprake van overbevissing.
Is dit alles een rampzalige ontwikkeling? Ik denk dat het meevalt. Een verdubbeling van de vergrijzing betekent ook een verdubbeling van het aantal gezonde, vitale ouderen. Deze gezonde, vitale mensen zijn in staat om hun zorgafhankelijke (enigszins oudere generatie-genoten) de hand te reiken. Ouderen hebben ook aangegeven dat ze dat willen doen. En aan die handreiking zitten ook een aantal voordelen voor hen. Als zij nu hun wat oudere leeftijdgenoten gaan helpen, is dat gewoon geworden als zij tezijnertijd zelf zorgafhankelijk worden. Dan staan er ook anderen voor hen klaar.
Ik ben dus positief gestemd als het gaat om de gevolgen van de oplopende vergrijzing op te vangen. In principe kan het, maar er moet wel aan één voorwaarde voldaan worden: de gezonde, vitale oudere van nu moet de slag om de zorgafhankelijke leeftijdgenoten te gaan helpen wel maken. Het moet tussen de oren komen zitten. Een shift in de mindset en dat is voor die generatie niet gemakkelijk. Zij komt uit een situatie waar “ieder voor zich” dominant was en nu dient men te gaan denken in termen van gezamenlijkheid en samenredzaamheid en dat is niet eenvoudig.
Daar komt bij dat de vraag naar hulp en steun niet alleen in aantal toeneemt maar ook in complexiteit. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat men tot ongeveer het einde van zijn leven thuis blijft wonen en hoe ouder men wordt hoe complexer de zorgvraag. Dit houdt in dat meerdere vitale ouderen nodig zijn om een zware zorgafhankelijke oudere te helpen. Er zal dus afstemming en overleg nodig zijn. Het is wel vrijwillig maar niet vrijblijvend.
Conclusie: de oplopende vergrijzing hoeft geen extra probleem met zich mee te brengen, indien we er als gezonde, vitale ouderen in slagen om onszelf deelgenoot van de oplossing te maken. Het aantal medewerkers in de thuiszorg mag weliswaar niet meer groeien, maar het aantal gezonde en vitale ouderen groeit gewoon met de vergrijzing mee.
Henk Geene