Henk Geene is de bedenker van de Voorzorgcirkel. Hij publiceert regelmatig over Vergrijzing en Ouderenzorg. Voor hem is actieve deelname van ouderen in de zorg voor ouderen een belangrijke sleutel voor de oplossing. Voor NLZVE schrijft hij in de komende maanden een aantal blogs op persoonlijke titel.
De vergrijzing van Nederland en de gevolgen daarvan voor ons allemaal, zijn sinds kort wekelijks een item in de landelijke media. Het dringt door bij de mensen dat we met nog een nieuwe crisis erbij te maken hebben.
Op steeds meer plaatsen in het land worden initiatieven genomen om de gevolgen van de vergrijzing op te vangen. Dit is hard nodig omdat het personeelstekort in de thuiszorg jaarlijks zal toenemen. Met name thuiswonende ouderen zullen dit aan den lijve gaan ervaren.
In 2021 ontwikkelde ik het concept van de “voorzorgcirkels”. Centraal in de voorzorgcirkels staan twee elementen: gezonde vitale ouderen helpen zorgbehoeftige ouderen en hulpvraag en hulpaanbod worden in onderling overleg op elkaar afgestemd. Op dit moment ontstaan er in Nederland interessante varianten op de voorzorgcirkels. Twee voorbeelden wil ik hier schetsen.
In een dorp van 17.000 inwoners Brabant heeft de plaatselijke zorgcoöperatie een “zorgcirkel voor kortdurende hulp” opgericht. Inwoners kunnen hulp krijgen voor een maximale periode van een maand. De hulp wordt gegeven door leden van de zorgcoöperatie die bereid zijn minimaal één dag per maand beschikbaar te zijn voor de hulpvrager. Veertig leden hebben zich aangemeld. Beschikbaar zijn wil hier zeggen dat de hulpvrager wel dan niet een beroep doet op de hulpverlener. De hulpvrager weet in ieder geval dat er elke dag iemand beschikbaar is. Het is een prachtig initiatief.
In een ander dorp heeft men een telefoondienst opgericht. Mensen in het dorp die hulp nodig hebben, kunnen contact opnemen met de telefoondienst. Zeven inwoners hebben zich bereid verklaard om een dag per week de telefoondienst te bemensen. Dertig andere inwoners hebben zich aangemeld als hulpverlener en hun hulp is geïnventariseerd. Degene die de telefoondienst bemenst, koppelt de hulpvraag aan de hulpverlener. Ook dit is een prachtig initiatief.
Een paar zaken in deze twee initiatieven vallen op als je ze vergelijkt met de voorzorgcirkels. Beide initiatieven laten zien dat de initiatiefnemers een voorzichtige start maken. Het gaat in beide gevallen om kleine, eenvoudige hulpvragen. Als start is dit een goed uitgangspunt. Beter voorzichtig beginnen dan afschrikken met zware verzorgingsafspraken met hulpbehoeftigen. Ook is het prima om met directe hulpvragen te starten in plaats van met voorzorgsmaatregelen.
In het geval van voorzorgcirkels is er sprake van een preventieve actie: men treft maatregelen “voor het geval dat”, uit voorzorg dus. Als je de 80 gepasseerd bent, ben je kwetsbaarder dan wanneer je 50 bent. Er kan je zomaar plotseling iets overkomen. Hetzelfde geldt voor hulp i.p.v. zorg. De voorzorgcirkel heet mede zo, omdat het zorgen voor elkaar en zorg hebben om elkaar centraler komt te staan naarmate je ouder wordt.
Het aantal zorgafhankelijke ouderen gaat als gevolg van de vergrijzing verdubbelen, terwijl er geen thuiszorg personeel bij zal komen. Dat betekent een verschraling van de thuiszorg. Als ouderen moeten we ons dus voorbereiden op zorgtaken: iemand helpen om steunkousen aan te trekken, ouderen uit en in bed helpen, iemand naar het toilet brengen etc. Als je wilt weten wat er op ons afkomt, dan moet je kijken naar de laatste 2 jaar van het leven van ouderen. Dan wordt duidelijk wat ouderen zelf niet meer kunnen en wat wij als gezonde, vitale ouderen over moeten nemen. Dat is de stip op de horizon. Daarop zullen we moeten voorsorteren. De puur lichaamsgebonden zorg zal voorlopig nog wel door de thuiszorg gedaan worden, maar al het andere zullen wij in onderling overleg over moeten nemen. Het is niet anders.
Henk Geene