Er zijn inmiddels ruim 1500 stadsdorpen, zorg- en dorpscoöperaties die zorgen voor ontmoeting, zorg en ondersteuning in hun wijk of dorp. Ze laten zien dat zorgzame gemeenschappen een belangrijke bijdrage leveren aan duurzame oplossingen in (ouderen)zorg en welzijn. Hoe zorgen we dat deze bijdrage gezien wordt, dat we mee praten over duurzame oplossingen en dat de ondersteuning van zorgzame gemeenschappen beter geregeld wordt op lokaal, regionale en landelijk niveau? Welke stappen zijn nodig om van zorgzame gemeenschappen het nieuwe normaal te maken?
Inspirerende inleidingen
Arjo Klamer hoogleraar Humane Economie en Marius Buiting directeur van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in de Zorg (NVTZ) trapte de heidagen af met inspirerende inleidingen.
Arjo Klamer schetst hoe er naast het systeem van markt en overheid, met elk hun eigen logica – efficiency en rendement in de markt en formeel en gelijkheid bij de overheid - een derde element is namelijk Oikos. Dat gaat over relaties, gezin, familie, huishouden. Humane economie is wat we normaal doen voor elkaar, zonder af te rekenen. Het is een economie waar je niet betaald wordt, waar geen boekhouding wordt bijgehouden maar waar wel waarde gecreëerd wordt; liefde, zorg, relaties. De coöperatieve gedachte geeft daar uitdrukking aan. Arjo vindt een mooie ambitie voor NLZVE om de manier waarop we het samenleven organiseren, terug te brengen naar de Oikos.
Marius Buiting geeft aan dat binnen de reguliere zorg- en welzijnspartijen steeds meer mensen zien dat de zorg echt anders georganiseerd moet worden. De zorg loopt vast. Hij waarschuwde dat transformaties diepe, trage ontwikkelingen zijn. Het kost tijd om nieuwe verhalen te creëren. Die vind je niet in het regeerakkoord. Daarvoor moet je in de samenleving kijken. De huidige en toekomstige crisis in de zorg biedt de kans het anders te gaan doen. Op basis van gelijkwaardigheid tussen de gevestigde reguliere partijen en de opkomende bewonersorganisaties.
Reflectie door meedenkers
Een zevental meedenkers reflecteerde op de sprekers en bracht eigen ervaringen in. Jan Snijders, voorzitter woningstichting Nu en Straks en voormalig bestuurslid Austerlitz zorgt, benadrukt dat bewoners heel veel voor elkaar kunnen krijgen. Het helpt om het niet te ingewikkeld te maken maar het te baseren op gezond verstand en hoe je iets voor elkaar doet in de buurt. Ook Floor Ziegler, stadmaker in Amsterdam, predikt de eenvoud. Vorm gemeenschappen op basis van drijfveren en verbind je met anderen. Als de netwerken van netwerken verbonden zijn, kunnen we alles lokaal laten landen is haar ervaring. Joyce Jacobs, bestuurder van zorgorganisatie de Wulverhorst in Oudewater, wil zich meer verbinden met bewoners en gemeente om de zorginfrastructuur langdurig in stand houden. Als zorgorganisatie kan je dat niet meer alleen. Laat machts- en domeindenken los is haar advies.
Ted van de Wijdeven werkt bij de gemeente Meijerijstad. Hij vindt ‘meemaken’ en ‘loshouden’, belangrijk bij bewonersinitiatieven. Doe mee, blijf niet op afstand en houd het een beetje losjes, rommelig. Een pilot helpt omdat dan de rommeligheid wordt geoorloofd. Marcel Canoy, hoogleraar gezondheidseconomie en dementie, vindt dat er niet zoveel mis is met de systeemwereld. Het mag wat kleiner en minder omvattend maar veel gaat ook goed. Er is wel een cultuurverandering binnen organisaties nodig, vindt hij, zodat regels ook genegeerd kunnen worden als dat nodig is om een nieuwe ontwikkeling mogelijk te maken. Stijn van Kreij is sociaal ondernemer. Met het Butterfly effect; familieleden en vrijwilligers huisvesten in tiny houses op zorglocaties, probeert hij andere verhoudingen in de zorg te realiseren en informele zorg positie te geven. Als onderneming lukt dat sneller dan vanuit een zorgorganisatie. Sociale marktpartijen worden nog te weinig op waarde geschat, vindt Stijn. Jitske Tiemersma, directeur KNHM, ziet veel initiatieven oppoppen. Op het ‘We Doen het Samen’ Festival ziet ze elk jaar hoe springlevend de beweging is. Maar het is niet genoeg. Ze vindt dat er een nationale agenda nodig om burgerinitiatieven meer positie te geven. Het momentum is nu.
Grote Gedurfde Dappere Doelen
Na de oproep van Jitske is het tijd op een samen aan de slag te gaan om een helder doel te formuleren waar NLZVE over vijf jaar wil staan en wat er dan de komende tijd voor stappen gezet moeten worden. De doelen gaan allemaal over groei en het steviger maken van de beweging van zorgzame gemeenschappen.
Over vijf jaar:
- kan niemand kan meer om het verhaal van gemeenschapskracht heen
- zijn we in elke gemeente in gesprek met systeempartijen op basis van gelijkwaardigheid
- heeft elke gemeenschap de sociale basis die ze wenst, zelf vormgegeven en zelf aan het stuur
- is er een structuur die de beweging ondersteunt als een fundament
- is NLZVE overbodig want in elke buurt of dorp is een zorgzame gemeenschap
Het is altijd mooi om je zelf overbodig te willen maken maar voor die tijd moet er nog wel wat gebeuren. NLZVE zal moeten acteren of verschillende niveaus; lokaal, regionaal en landelijk. Samen met de regionale koepels en leden wil ze lokale initiatieven ondersteunen met kennis en netwerk. Richting de institutionele wereld – de zorg- en welzijnspartijen, gemeenten, verzekeraars, landelijke overheid – gaat NLZVE nog meer de waarde en kracht van de bewonersbeweging laten zien. Waar het systeem vastloopt, bieden bewonersinitiatieven een uitweg! Daar hoort ook een stevigere ondersteuningsstructuur bij. Intensievere samenwerking met andere organisaties van en voor bewoners, zoals LSA, VKKL, KNHM, Stadmakerscoöperatie, helpt. Daarbij zijn er ook meer bronnen nodig, financieel en in menskracht, om initiatieven en de netwerken van initiatieven meer van elkaars kennis te laten profiteren. Niet allemaal zelf het wiel uitvinden, meer bekendheid, erkenning en positie, helpen de groei van zorgzame gemeenschappen.
Natuurlijk waren twee halve dagen niet genoeg om alles uit te werken. Leden, bestuur en medewerkers hebben elkaar beter leren kennen en samen richting gegeven aan hoe zorgzame gemeenschappen het nieuwe normaal kunnen worden. De richting is helder. De concrete uitvoering in acties volgt snel.