Door een grote diversiteit aan verschijningsvormen en benamingen zou je de grotere beweging bijna niet herkennen. Maar vooral vanaf 2012 is de groei niet te stuiten, en inmiddels telt ons land er een kleine 1.500.
Dit zijn de eerste conclusies uit een onderzoek dat wordt uitgevoerd door Nederland Zorgt Voor Elkaar (NLZVE), in samenwerking met de daarbij aangesloten regionale netwerken van bewonersinitiatieven en Vilans en Movisie. In totaal hebben 323 van de 1.472 collectieven een uitgebreide vragenlijst ingevuld.
Verdubbelingen
Jan Smelik, algemeen coördinator van NLZVE, zegt hierover: “De inschatting was altijd dat er zo’n 100 initiatieven per jaar bijkomen, maar in werkelijkheid zijn het er veel meer. Tussen 2011 en nu verdubbelde onze beweging elke paar jaar! In korte tijd is een nieuwe maatschappelijke factor van betekenis ontstaan: mensen die de verantwoordelijkheid nemen voor de sociale samenhang en onderlinge zorg en ondersteuning in hun wijk. Prachtig!”
“Het is indrukwekkend dat bij de 323 zorgzame gemeenschappen die onze vragenlijst hebben ingevuld meer dan 16.000 vrijwilligers, 28.000 leden en 157.000 bezoekers betrokken zijn. Dit geeft wel aan welke maatschappelijke impact deze beweging heeft. Het is belangrijk om de kennis hierover te vergroten. Daarom gaan we komende maanden ook samen met een aantal van deze initiatieven de diepte in.”, aldus Frans van Zoest, projectleider van Vilans.
Rijke diversiteit
Zorgzame gemeenschappen organiseren allerlei activiteiten en voorzieningen. Het onderzoek laat zien dat ze dit meestal doen voor de hele wijk, maar soms speciaal voor ouderen of mensen met een beperking. Denk aan onderlinge ontmoeting via bijeenkomsten en inloophuizen, burenhulp, culturele activiteiten, maaltijden, vervoer, mantelzorgondersteuning, boodschappendienst, enz. Een deel van hen houdt zich ook bezig met professionele diensten, bijvoorbeeld dagbesteding en wijkverpleging, of heeft een dorpsondersteuner in dienst. Ze noemen zich zorgcoöperaties, noaberzorgpunten, stadsdorpen, lief-en-leed straten, en er zijn nog veel meer varianten. Het zijn stichtingen, verenigingen, coöperaties of zelf gewoon een groep wijkbewoners die aan de slag is gegaan, zonder formele structuur.
De volledige resultaten van het onderzoek zullen in het voorjaar van 2021 gerapporteerd worden. Dan zullen naast landelijke cijfers ook de uitkomsten per regio bekend worden.
Meer informatie over de resultaten vind je hier.