Juist voor deze mensen moeten gezondheid en zorg aansluiten bij lokale gemeenschappen en niet andersom.
Als mantelzorger constateer ik een toenemende vervreemding van zorgorganisaties die belast zijn met beleid en uitvoering t.o.v. de leefwereld van mensen. Organisaties en systemen zijn groter of virtueler geworden. Actieve bewoners, in hun rol als vrijwilliger en mantelzorger, of individuele professionals met een eigen praktijk in de wijk, voelen zich in toenemende mate buiten deze organisaties en systemen staan. Ze hebben er geen zeggenschap over.
Stijgende lijn van bewonersinitiatieven
Het speelt mee dat zorgverleners en ambtenaren steeds vaker geen persoonlijke binding met hun werkgebied hebben. Ze laten protocollen, procedures en tijdschema’s prevaleren. In het geval van beperkte werkervaring gaat dat gepaard met weinig gevoel voor het belang van autonomie, keuzevrijheid en beslismacht bij mensen, juist als ze in een kwetsbare positie zitten. Als mensen niet zelf hun eigen route kunnen bepalen, ontstaat er vaak een ongewenste en dure afhankelijkheid van organisaties of systemen.
“Steeds meer zorgverleners keren grote organisaties de rug toe”
Gelukkig keren steeds meer zorgverleners grote organisaties de rug toe. Het is niet toevallig dat in de zorg sprake is van een groeiend tekort aan gekwalificeerd personeel. Daarentegen stijgt het aantal bewonersinitiatieven, zzp-ers, sociaal ondernemers en kleinschalige zorginitiatieven explosief. Al deze maatschappelijke initiatieven halen het hart naar de buurt en wijk terug en zijn de motor voor de transitie naar meer participatie, meer gezondheid en meer zorg dichtbij. Ze organiseren laagdrempelige ontmoetingsplekken, wijkinformatiepunten, sociale eettafels, buurtassistenten en zelfs zorgwoningen en digitale toepassingen.
Gemeenschapskracht gaat niet vanzelf
Vijftig tot zestig procent van de bewonersinitiatieven ervaart minimaal één groot knelpunt op het gebied van wet- en regelgeving, financiën of in de samenwerking met gemeente en aanbieders: ‘Dat kunnen jullie niet’, ‘Dat doen wij al’ of ‘Hoe garanderen jullie kwaliteit en continuïteit?’
Actieve bewoners en mantelzorgers hebben in toenemende mate ook de indruk dat ze problemen van aanbieders moeten oplossen. Een bijdrage aan de eigen buurt of wijk leveren is zinvol, als daar verantwoordelijkheden of waardering tegenover staan. Zinvol is ook als van fouten wordt geleerd.
“Een bijdrage aan de eigen buurt of wijk leveren is zinvol, als daar verantwoordelijkheden of waardering tegenover staan.”
Zinvol wordt frustrerend als bewoners wordt gevraagd een wijkvervoersdienst op te zetten terwijl de dure regiotaxi blijft bestaan. Of als er een klussen- en verhuisdienst moet komen omdat de hulpverlening ‘te duur’ is. Een klusje voor een buurman of -vrouw doen is simpel, een complete vraag- en aanboddienst vrijwillig opzetten is ongepast.
Wat is er wel nodig?
Bewoners kunnen met partners een samenhangend geheel van diensten organiseren als ze daarover zelf mogen beslissen. Dan kan ook gekozen worden voor meer laagdrempelige ontmoetingsplekken, de inzet van ervaringsdeskundigen, het belonen van intensieve mantelzorg en ruimte voor een kleinschalige wijkeconomie.
Er is een kanteling naar oprecht organiseren vanuit de leefomgeving nodig die begint bij de prioriteiten van bewoners en wat zij zelf willen en zelf kunnen doen. Daarna zijn zorg- en hulpverleners aan de beurt. Daarvoor is allereerst aan de orde wie verantwoordelijk is voor het organiseren van samenhang in de wijk, een politieke lacune van formaat. Niemand is nu verantwoordelijk voor het bij elkaar brengen van de diverse belangen en versnipperde informatie en activiteiten in een buurt of wijk. Niemand is aanspreekbaar op prioriteiten, coördinatie en afspraken op basis van de behoeften van bewoners. Dus blijven ook de resultaten achterwege.
“Niemand is nu verantwoordelijk voor het bij elkaar brengen van de diverse belangen en versnipperde informatie en activiteiten in een buurt of wijk.”
Bewoners aan zet
Ik ben evenwel hoopvol over de toekomst. Politici spreken zich steeds meer uit voor zorg-, dorps- en wijkcoöperaties die namens bewoners zeggenschap en eigenaarschap over zorg en ondersteuning in hun omgeving naar zich toe trekken, inclusief sociale wijkinfrastructuur en geldstromen door de wijk. Op ruim 500 plekken in Nederland zijn actieve bewoners bezig met het opnieuw organiseren van gemeenschapskracht. Omdat het leuk en zinvol is om elkaar te helpen, het de eigen woonomgeving prettiger en mooier maakt, het overbelaste mantelzorgers ontzorgt en kwetsbare mensen weer als mensen worden bejegend.
Ook preventie en gezondheid horen daarbij, waarvan nog maar weinig voelbaar en zichtbaar is in de wijk. Dat verandert als coöperaties ook creatief en ondernemend worden: zwembaden van klinieken en bedrijven ontsluiten, zelf digitale mogelijkheden inzetten, gezonde voedselpakketten aan hun leden verstrekken en een wijkpolis aanbieden. Bewoners kunnen als geen ander grote groepen andere bewoners bereiken; positief én met leuke kortingen.
“Bewoners kunnen als geen ander grote groepen andere bewoners bereiken; positief én met leuke kortingen.”
Gezondheidszorg en gemeenschapskracht dienen hand in hand te gaan, alleen dan gaat het ook werken voor de meest kwetsbare mensen. En ook alleen dan gaat de buurt, wijk of het dorp er in zijn geheel op vooruit. Wie echt een transitie wil, kiest voor de bewoners aan zet.
Anja van der Aa is medeoprichter van het Wijkinformatiepunt Utrecht Oost en de stadscoöperatie SAMEN030. Daarnaast trekt zij GezondNL, een netwerk voor gezondheid pioniers. Haar ervaringen als mantelzorger (ruim 30 jaar) zijn voor haar een onuitputtelijke inspiratiebron. Met de Nationale Dialoog Gemeenschapskracht vraagt zij met partners maatschappelijke aandacht en waardering voor gemeenschapskracht als motor voor het kantelen van gezondheid en zorg en het inzetten van inkoopkracht via dorp-, buurt- of wijkcoöperaties.
Bron: https://nrclive.nl/betere-gezondheidszorg-door-gemeenschapskracht/
#gemeenschapskracht #zorg #bewoners #initiatief #bewonersinitiatief