De zorg en de zeggenschap over zorg is lang geleden van de kerk teruggegaan naar de staat. En sinds de oproep voor een participatiesamenleving, ligt de verantwoordelijkheid steeds meer bij de burger zelf. Gewoonweg omdat de zorg anders onbetaalbaar en onuitvoerbaar wordt.
De achterliggende redenen hiervoor hebben te maken met de veranderende bevolkingsopbouw (vergrijzing en ontgroening) en dat de burger meer grip wil hebben op de manier waarop de zorg in Nederland is georganiseerd en geregeld. Dit laatste komt vooral door de toegenomen mondigheid en het organiserend vermogen in de samenleving, maar ook de behoefte bij burgers aan saamhorigheid en sociale samenhang in hun wijk of dorp.
Zorg is volledig doorontwikkeld
Zolang deze zorginitiatieven redelijk klein blijven, lopen zij tegen dezelfde (relatief kleine) problemen aan als elk ander burgerinitiatief. Maar zodra het bereik of de ambitie van een zorginitiatief groter wordt, groeien hun problemen ook mee in complexiteit. Komt een burgerinitiatief achter de voordeur van zorgbehoevenden, dan komen zij daar de ‘systeemwereld’ tegen. En instanties als lokale overheden, de formele zorg en zorgverzekeraars zijn nog niet ingericht op de vaak collectieve aanpak van een burgerinitiatief. Deze wereld is vooral gericht op het individu, schaalbaarheid en volume. Bovendien is de zorg in de afgelopen decennia door gemeente en zorgverzekeraars compleet doorontwikkeld, waardoor er nauwelijks speling of flexibiliteit zit in de wet- en regelgeving.
Uitdagingen
In ons magazine Werkplaats laten initiatieven zoals Zorgcoöperatie Hoogeloon en Boerderij Daalhoeve in Maastricht zien wat de knelpunten zijn bij bewonersinitiatieven in de samenwerking met de systeemwereld. Zorgcoöperatie Hoogeloon was in 2005 de allereerste zorgcoöperatie in Nederland. Dat ging dan ook niet zonder slag of stoot, vertelt Ad Peijnenborg, oud-voorzitter: "Samenwerking tussen burgers en zorginstellingen was toen nog zeldzaam. Wij hebben moeten knokken om zorgaanbieders te laten luisteren!” Daar plukken jongere initiatieven nu de vruchten van, maar die stuiten weer op andere uitdagingen. Déanne Naebers van Boerderij Daalhoeve: “Met de switch naar zorgboerderij kwam de professionalisering, en daarmee ook meer eisen en regels.” En die regels zijn soms lastig met zoveel hulpbehoevende vrijwilligers en hun zogenoemde rugzakjes.
Het mag duidelijk zijn dat de overheid eigenlijk niet zo goed weet wat ze aan moeten met kleinschalige zorgvoorzieningen die dichtbij mensen staan. Het wordt dan ook tijd dat de (lokale) overheid inziet dat je beleid niet altijd achter je bureau kunt maken, maar dat je met anderen aan de slag moet: liefst in de wijk zelf, of aan de keukentafel van die actieve burger. Er valt nog een wereld te winnen!